BABYFOON
21
Ontvanger:
a. verklikkerlichtje niveau batterij
b. lichtdisplay die de activiteit van de baby
aangeeft
c. kanaalkeuze
d. antenne
e. knop om het toestel in te schakelen en het
volume te regelen
f. oplaadsokkel
g. plaats voor herlaadbare batterijen
h. luidspreker
HOE DE BABYFOON GEBRUIKEN
Zender:
Plaats de zender (baby-unit) op een vlak oppervlak.
• Schakel de zender in en stel hem af op het gewenste
gevoeligheidsniveau (“lo” voor normaal en “hi” voor
hoog) met behulp van de knop op de linkerzijde van
het toestel.
• Kies het kanaal CH1 of CH2 met behulp van de
knop op de rechterzijde van het toestel.
• Dankzij een verklikkerlichtje op de voorzijde van het
toestel kunt u nagaan tot welk niveau de batterij
geladen is:
- normale werking: groen licht.
- zwakke batterij: rood licht dat om de 2 seconden
knippert.
- laden terwijl het toestel is uitgeschakeld: groen licht
dat om de 2 seconden knippert. Eens het laden
voltooid gaat het lampje uit wanneer u de
netstroomadaptor uittrekt.
- laden terwijl het toestel werkt: groen licht dat om
de 2 seconden knippert. Eens het laden voltooid
blijft het lampje groen branden wanneer u de
netstroomadaptor uittrekt.
• De microfoon bovenaan het toestel vangt de
geluiden van uw baby op. Zodra men in de
microfoon praat, wordt de onderdrukking van
achtergrondgeluid automatisch geactiveerd voor
een optimale uitzending.
Ontvanger:
Plaats de ontvanger (parent-unit) op zijn sokkel of
bevestig hem aan uw riem.
• Schakel hem in en regel het volume met behulp van
de knop op de linkerzijde van het toestel.
• Kies het kanaal (CH1 of CH2) met behulp van de
knop op de rechterzijde van het toestel.
• De 3 rode lampjes van de lichtdisplay gaan van laag
naar hoog branden naargelang het activiteitsniveau
van de baby. Ook wanneer het volume van het
toestel op minimum staat, gaan ze branden voor
een visueel toezicht op baby’s activiteit.
Lichtjes uit = geen of weinig activiteit
3 lichtjes aan = sterke activiteit
• Dankzij een verklikkerlichtje onder de lichtdisplay kunt
u nagaan tot welk niveau de batterij geladen is:
- normale werking: groen licht.
- zwakke batterij: rood licht dat om de 2 seconden
knippert.
- laden terwijl het toestel is uitgeschakeld: groen licht
dat om de 2 seconden knippert. Eens het laden
voltooid gaat het lampje uit wanneer u de
netstroomadaptor uittrekt.
- laden terwijl het toestel werkt: groen licht dat om
de 2 seconden knippert. Eens het laden voltooid
blijft het lampje groen branden wanneer u de
netstroomadaptor uittrekt.
Opmerking: voor een goede werking van zender en
ontvanger dient u op beide toestellen hetzelfde
kanaal te kiezen.
h
f
d
c
g
b
a
e