GEBRUIK VAN HET APPARAAT /
REINIGING EN ONDERHOUD /
ONTKALKEN
• Sluit vervolgens het deksel terug, aangezien het apparaat enkel bij een gesloten deksel automatisch uitschakelt als
het water kookt.
• Plaats het apparaat op het basisstation en steek de stroomstekker in het stopcontact.
• Let erop dat de gietopening van het apparaat niet op personen of voorwerpen wijst, aangezien tijdens het koken
door de opening warme stoom ontsnapt.
• Zet de schakelaar van het apparaat op "1'. De controlelamp geeft aan dat het apparaat ingeschakeld is. Het water
wordt nu verwarmd.
• Let erop dat het deksel tijdens de kookprocedure steeds goed gesloten is. Gevaar van brandwonden.
• Nadat het water gekookt heeft, schakelt het apparaat automatisch uit. De schakelaar springt terug op "0" en de
controlelamp dooft.
• Wacht na het verwarmen van het water een moment tot het water niet meer borrelt. Open het deksel niet tijdens het
koken en tijdens het uitgieten.
• Door het apparaat van het basisstation te halen, wordt de verwarmingsprocedure meteen onderbroken/beëindigd.
Het apparaat schakelt uit.
• De waterkoker is met een oververhittingbeveiliging uitgerust die de werking onderbreekt als het apparaat per
ongeluk zonder water ingeschakeld wordt. In dit geval moet het apparaat minstens 15 minuten afkoelen voor het
gevuld wordt met water en opnieuw in gebruik genomen wordt.
• Trek de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet meer gebruikt wordt.
30
Opgelet:
Trek voor elke reiniging steeds de stroomstekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Het apparaat, het basisstation, het stroomsnoer en de stroomstekker mogen voor de reiniging niet ondergedompeld
worden in water.
• Het basisstation, het stroomsnoer en de stroomstekker mogen enkel met een droge doek gereinigd worden.
• De buitenkant van het reservoir van het apparaat mag met een bevochtigde doek afgewist en moet vervolgens
zorgvuldig afgedroogd worden.
• Gebruik voor de reiniging geen agressieve reinigingsmiddelen, staalborstels, schuurpoeder of andere harde
voorwerpen die krassen op de oppervlakken en de antikleeflaag kunnen maken.
NL
ONTKALKEN
Het apparaat moet geregeld ontkalkt worden. De intervals zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het gebruikte
water en de gebruiksfrequentie. Om de bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen, moet vooral de zichtbare
kalkaanslag onmiddellijk verwijderd worden. Gebruik voor het ontkalken een mengeling van azijn (geen essence) met
water, in een mengverhouding van 1:3.
• Vul het apparaat tot aan de maximum vulhoogte met de azijnoplossing en laat deze gedurende circa 1 uur in het
reservoir staan.
• Kook vervolgens de azijnoplossing in het apparaat en giet ze daarna uit.
• Vul de waterkoker vervolgens tot aan de maximum vulhoogte met zuiver water, kook dit en giet het aansluitend weg.
