43
2 De router installeren
2.1 Fysieke installatie
1 Voor de installatie van de router wordt ervan uitgegaan dat u over ten minste één pc met een werkende
breedband-Internetverbinding beschikt. Tevens wordt ervan uitgegaan dat de modem is gecongureerd
conform de vereisten van uw Internet Service Provider (ISP) en van de fabrikant van de modem. Indien dat
niet het geval is, raadpleeg dan de documentatie die u van uw ISP heeft gekregen.
2 Controleer alvorens u begint of de voedingskabel niet is aangesloten op de router of de kabel-/DSL-
modem. De kabel-/DSL-modem hoeft niet van de kabelingang respectievelijk de telefoonlijn te worden
losgekoppeld.
3 Sluit de LAN-kabels aan: Gebruik standaard LAN-kabels om de pc’s aan te sluiten op de LAN-poorten
(switch) op de router.
4 Sluit de kabel-/DSL-modem aan op de WAN-poort op de router. Gebruik de kabel die bij de kabel-/DSL-
modem werd geleverd. Indien er geen kabel bij de modem werd geleverd, gebruikt u een standaard
netwerkkabel.
5 Zet de kabel-/DSL-modem aan.
6 Sluit de netspanningsadapter aan op de router. Gebruik alleen de adapter die bij de router werd geleverd.
7 Controleer de LED-indicators:
• De LED Power zou moeten branden.
• De LED Status zou moeten knipperen en vervolgens uitgaan. Indien de LED blijft branden, heeft zich een
hardwarefout voorgedaan.
• Voor elke LAN (pc)-verbinding zou de LED Link/Act moeten branden (indien de pc ook is ingeschakeld).
• De LED WAN zou moeten branden.
• De LED WLAN zou moeten branden.