GEBRUIK
Vul de waterkoker met de gewenste hoe-
veelheid water.
U kunt de waterkoker via de bovenkant
vullen. Het filter gaat op die manier lan-
ger mee. Vul het apparaat minimaal met
een hoeveelheid water waarmee de
bodem van de waterkoker onder water
komt te liggen.
Plaats de waterkoker op het voetstuk en
steek de stekker in het stopcontact.
Controleer of de netspanning van het
apparaat overeenkomt met die van uw
lichtnet.
• Sluit de waterkoker uitsluitend op een
geaard stopcontact aan.
• Verwijder het deksel niet terwijl het
water kookt.
Schakel het apparaat in door middel van
de aan/uitschakelaar deze vindt u op het
voetstuk. De waterkoker wordt automa-
tisch uitgeschakeld zodra het water
kookt.
• Verplaats de waterkoker nooit wanneer
deze in werking is.
Controleer of de waterkoker automatisch
is uitgeschakeld of schakel deze handma-
tig uit alvorens het apparaat van het
voetstuk te halen om te schenken. Spoel
de waterkoker en het filter apart schoon.
Er kunnen namelijk stofdeeltjes in terecht
komen.
• Laat na gebruik geen water in de water-
koker staan.
• Vul de waterkoker nooit met water als deze nog op het
voetstuk staat.
• Vul nooit boven het maximum niveau of onder het minimum.
Als de waterkoker te vol zit kan het zijn dat er kokend water
ontsnapt.
• Zet de waterkoker nooit aan zonder water.
• Gebruik altijd het anti-kalkfilter.
• Controleer of het deksel goed gesloten is om te vermijden dat
er stoom kan ontsnappen.