5.6 Het serviceprogramma
Functiemogelijkheden:
Werkzaamheden voor regelmatig onderhoud:
• Controleren en reinigen van de stoomcilinder.
Als er lichte kalkvorming in de cilinder is, verwijder dan de afvoerzeef en
spoel deze krachtig door met leidingwater (geen chemische
reinigingsmiddelen gebruiken). Als de electroden zijn verbruikt, dan is het
tijd de stoomcilinder te vervangen.
•Controleren van de stoomslang, condensaatslang, watertoe- en
afvoerslang.
Controleer of de installatie nog correct is, of de slangklemmen vast zijn
aangedraaid en of het materiaal nog in goede conditie is.
•Controleren en reinigen van het inlaat- en uitlaatventiel.
Als het ventiel versleten is, of als er kalkaanslag is, dient het ventiel
vervangen te worden.
•Afvoerbeker controleren en indien nodig reinigen of vervangen.
Via het serviceprogramma van de stoomluchtbevochtigers van de AT 3000
serie krijgt u informatie over de bedrijfscondities en kunt u de standaard-
waarden voor de geïntegreerde bevochtigingsregelaar instellen (vanaf
softwareversie XP16B en hoger) Ook kunt u de componenten van de unit
te controleren. Wij adviseren u den componenten regelmatig e ontroleren.
Het serviceprogramma voorziet u uitsluitend van informatie. De
stoomluchtbevochtiger werkt na beëindiging van het serviceprogramma
weer met de oorspronkelijk ingestelde waarden.
SE: Controle max. niveau sensor
H : Controle van de hygrostaat of aanwezigheid van het regelsignaal
Hc: Activeer de geïntegreerde bevochtigingsregelaar (zie 5.7)
rH:* Stel het bevochtigingssetpoint voor de geïntegreerde
bevochtigingsregelaar in (zie 5.7)
Pb:* Stel de proportionele band voor de geïntegreerde
bevochtigingsregelaar in (zie 5.7)
--: Bij verdere handelingen wordt de stoomproductie onderbroken
h: Simulatie van het regelsignaal
I: Inlaatklep
O: Uitlaatklep
C: Magneetschakelaar
SC: SC-Systeem
r1: Afstandssignalering voor alle «U» meldingen
r2: Optie: tweede relais voor afstandssignalering
r3: Optie: derde relais voor afstandssignalering
End: Einde serviceprogromma
* alleen zichtbaar wanneer Hc is geactiveerd (Hc 1 of Hc 2)
Bij de keuze SE, H, Hc, rH en Pb of – blijft de bevochtiger stoom
produceren; voor alle andere functies (na--) wordt de stoomproductie
onderbroken.
Bij SE, H of – volgt na korte tijd een automatische herinstelling van
de displayvermelding, terwijl voor alle andere functies een handmatige
herinstelling noodzakelijk is.
Van de functie H kan door het indrukken van «bevestigen selectie» worden
teruggekeerd naar de functie SE.
24
Figuur nr. 34
T
1
T
2
T
3
T
4
T
5
T
6