Onderhoud
32
7
BANDEN EN VELGEN
Onderhoud van de banden
Voor uw veiligheid, een maximale
levensduur van de banden en een zo
laag mogelijk brandstofverbruik,
dient u de banden steeds op de aan-
bevolen spanning te houden en dient
u het totaalgewicht en de maximale
asbelasting niet te overschrijden.
Bandenspanning
De spanning van de banden (inclu-
sief het reservewiel) dient dagelijks
bij koude banden gecontroleerd te
worden. “Koude banden” wil zeggen
dat er de laatste drie uur niet met de
auto is gereden of niet meer dan 1,6
km (1 mijl).
Voor optimale rijeigenschappen, een
optimale wegligging en een zo laag
mogelijke bandenslijtage dient u de
banden op de aanbevolen spanning
te houden.
U kunt alle specificaties (maten en
spanningen) terugvinden op een
label dat op de auto is bevestigd.
WAARSCHUWING
Een te lage bandenspanning
(meer dan 0,7 bar lager) leidt tot
een enorme warmte-ontwikke-
ling, vooral bij hoge buitentem-
peraturen en hoge snelheden.
Hierdoor is het mogelijk dat het
profiel vervormt of dat andere
bandafwijkingen optreden, waar-
door u de controle over de auto
kunt verliezen en ernstig letsel
oploopt.
OMG055004
OMG055006
Type A
Type B