8
Wanneer de indicatie geen streepjes heeft of staat de knipperen is er
minder dan 10% beschikbaar en moet u de meter weer opladen.
Tijdens het afstellen van een installatie kunt u met de HDSM de
signaalsterkte en de kwaliteit controleren. Houdt er echter wel rekening
mee dat per installatie de signaalniveaus kunnen verschillen.
Dit wordt veroorzaakt door schotelgrootte, type LNB, soort kabel,
weersomstandigheden en geografische ligging.
Als eerste selecteert u middels de pijltjes toetsen (links en rechts) de
satelliet waarop u de schotel wilt uitrichten. De meeste satellieten hebben
horizontale en verticale transponders. Per satelliet kunt u dus kiezen voor
Verticaal of Horizontaal tenzij de satelliet slechts een polariteit heeft
(digitaal). Nadat u de juiste satelliet geselecteerd hebt kunt u gaan
meten.
Op het moment dat de geselecteerde satelliet is gevonden zal de tekst
“Zoekt” verdwijnen en zal hier een extra meter (percentage) komen te
staan met als aanduiding de letter Q. De vierde regel geeft de tekst
“Gevonden”. Dit is een indicatie dat de gewenste satelliet is gevonden.
Als u in het configuratiescherm BER heeft geselecteerd komt hier de BER
uitlezing te staan.
De signaalindicatie “S” kan maximaal 256 stappen weergeven, alleen het
scherm heeft een beperking tot 32 streepjes. Om toch gebruik te kunnen
maken van de 256 stappen is er een automatische instellings functie
ingebouwd.
Wanneer een meter maximaal uitslaat moet deze opnieuw worden
ingesteld. Dit doet u door éénmalig op de ON toets te drukken. In het
display verschijnt dan “Auto instellen”. Hierna kunt u uw meting
voortzetten en zal slechts de helft van de signaalbalk “S” uitslaan. Op
deze manier kunt u de afstelling maximaliseren per installatie.
Deze functie is alleen beschikbaar op het moment dat de satelliet nog niet
gevonden is. Als u in het configuratiescherm dBuV heeft geselecteerd
krijgt u de waarde niet in procenten maar in dBuV te zien.
Nadat u de signaalsterkte bij “S” geoptimaliseerd heeft moet de kwaliteit
van het signaal gecontroleerd worden. De kwaliteit wordt weergegeven
middel “Q” in het display van 0% tot 100%.
Verplaats de schotel voorzichtig totdat een maximale uitslag bij de “Q”
balk is verkregen.
De Q-indicatie is een tegenovergestelde meting van de BER.
Een indicatie van 100% staat voor geen fouten. In de meeste gevallen is
deze waarde niet haalbaar. Probeer toch altijd een zo hoog mogelijk
percentage te bereiken.
BER staat voor Bit Error Rate. Dit is een indicatie van het aantal fouten in
het digitaal ontvangen signaal. Hoe meer fouten hoe slechter de kwaliteit.