NEDERLANDS
99
Van het radiodeel opnemen
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »
3
« of »
4
«.
2 Functieschakelaar »CD•TAPE/OFF•RADIO« op »RADIO« zetten en
gewenst radioprogramma instellen.
3 Opname met »
●●
« starten.
– De toets »
ı« klikt automatisch vast.
– Het apparaat schakelt aan het einde van de cassette automatisch op
stop.
4 Op opname-pauze met »II« schakelen.
Opname met »II« voortzetten.
5 Opname met »■
ə
« vroegtijdig beëindigen.
Van een CD opnemen
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »
3
« of »
4
«.
2 Functieschakelaar »CD•TAPE/OFF•RADIO« op »CD« zetten.
3 Om een opname in het midden van een stuk te starten, begint u gewoon
met de CD-weergave.
4 Zodra de gewenste passage bereikt is, drukt u op »
ıII PLAY/PAUSE«.
5 Om de opname te starten »
●●
« indrukken.
– De CD-speler start automatisch uit de pauzemodus.
Synchrone opname van CD
1 Leg de cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak en zoek de
gewenste positie met »
3
« of »
4
«.
2 Functieschakelaar »CD/TAPE/RADIO« op »CD« zetten.
3 Opname met »
●●
« starten.
– De toets »
ı« klikt automatisch vast en de weergave van de CD wordt
automatisch gestart van het begin van de CD.
– Als u een gemaakt muziekprogramma wilt opnemen, »PROG/
RANDOM« en daarna »
●●
« indrukken. De weergave van de CD
wordt automatisch vanaf het begin van het muziekprogramma
gestart.
– Het apparaat schakelt aan het einde van de cassette automatisch op
stop.
CASSETTE-MODE
_____________________________________