90
INTRO/REPEAT Voor het kort afspelen van alle CD-titels;
een keer indrukken: herhaalt de actuele titel altijd
opnieuw; twee keer indrukken: herhaalt de hele CD
altijd opnieuw.
PROG/RANDOM Bewaart titels voor het opstellen van een muziekpro-
gramma; voor de weergave van de CD-titels in een
toevallige volgorde.
F-SKIP 9 Kort indrukken: kiest een titel;
R-SKIP 8 lang indrukken: zoekt een bepaalde passage.
Cassette-deel
CLOSE Cassettevak; druk hierop om het vak te sluiten.
●●
Start de opname.
ı Start de weergave.
3
Spoelt de cassette terug.
4
Spoelt de cassette vooruit.
■
ə
Beëindigt de weergave/opname;
opent het cassettevak.
II Pauze bij opname en weergave.
} Hiermee kunt u de looprichting van de cassette kiezen.
TAPE DIRECTION
Weergeven
88 88.88
8
Radio-mode: geeft de zenderplaats en de frequentie
weer.
CH Zenderplaatsweergave.
FM/MW/LW Geeft het golfbereik aan.
MHz/kHz<y Frequentieweergave.
STEREO Geeft FM-stereo-ontvangst weer.
88 88:88 In CD-mode: Geeft het totale aantal titels, de huidige
titel, de totale speelduur of de verstreken speelduur
weer.
TR Titelweergave.
R Weergave van de CD.
II
Weergave-pauze.
REPEAT 1 De actuele titel wordt nu herhaald.
REPEAT ALL Alle CD-titels worden nu herhaald.
INTRO Het CD-titels worden na elkaar kort afgespeeld.
RANDOM De titels worden in een toevallige volgorde weerge-
geven.
PROGRAM Een muziekprogramma wordt opgeslagen of weer-
gegeven.
IN EEN OOGOPSLAG
_______________________________