127
Tank nooit loodhouden-
de benzine omdat hier-
door de katalysator on-
herstelbaar kan beschadigen. Als
in de tank loodhoudende benzine
terecht is gekomen (ook al is dat
zeer weinig), dan MAG DE MO-
TOR NIET WORDEN GESTART.
Probeer de benzine in de tank niet
te verdunnen met loodvrije super-
benzine, maar maak de tank en
het brandstofcircuit geheel leeg.
TANKEN MET DE
ALFA 156
BENZINEMOTOREN
Omdat uw auto is
voorzien van systemen
om het milieu te bescher-
men mag uitsluitend loodvrije ben-
zine met een octaangetal van ten
minste 95 R.O.N. worden ge-
bruikt.
Als de geluidsappara-
tuur (autoradio, CD-spe-
ler, cassettespeler, enz.)
voorzien is van een “Diefstalbe-
veiligingscode”, dient u zich bij
het loskoppelen/aansluiten van
de accu of een andere onderbre-
king van de voeding strikt aan de
instructies van de fabrikant te
houden; omdat deze handelingen
door de diefstalbeveiliging gezien
worden als “ONGEAUTORI-
SEERD”.
Een beschadigde kata-
lysator laat schadelijke
stoffen in het uitlaat-
gas achter, waardoor het milieu
wordt vervuild.
Om te voorkomen dat per ongeluk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft
de vulopening van de tank zodanige af-
metingen dat er geen tankpistool voor
loodhoudende benzine kan worden inge-
stoken.