614321
2
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/18
Pagina verder
- 2 -
2. Controle op storingen door elektrische verbruiker
Installatiedisc laden, ‘kompasplaats zoeken’ kiezen, daarna
‘kompasstoorder’ kiezen.
Op ‘reset’ drukken, verbruiker aanzetten (bijv. schuifdak, ruitenwisser).
De aangegeven waarde ‘Loc. Fehler’ moet kleiner zijn dan 3,5.
Ledere keer voor het aanzetten van een verbruiker ‘reset’ indrukken.
Nadat de verbruikers één voor één gecontroleerd zijn, dienen ook
logische verbruikercombinaties gecontroleerd te worden. De som
van de verbruikers mag de ‘Loc. Fehler’ waarde van 3,5 niet
overschrijden.
Wordt de waarde van 3,5 overschreden, dan dient er een andere
montageplaats voor de magneetveldsonde bepaald te worden.
Aanwijzing: De achterruitverwarming mag tijdens de verbruiker-
controle niet aan staan. De storende invloeden van de achterruit-
verwarming worden bij de kalibrering apart gekozen en gecompen-
seerd.
Meetweerstand voor de achterruitverwarming
De meetweerstand heeft 2 aansluitkabels en 1 meetleiding:
1. Aansluiting op het massacontact van de achterruitverwarming (lengte
250 cm)
2. Aansluiting op het voertuigchassis (lengte 75 cm)
3. Meetleiding voor het navigatieapparaat (lengte 50 cm) fig. 3
De montageplaats van de meetweerstand is van de kabellengte
afhankelijk.
De aansluitkabels voor het aansluiten aan het massacontact en het
voertuigchassis mogen niet verlengd worden. Bij combi- en fast-
backvoertuigen mag de aansluiting aan het voertuigchassis niet aan de
achterklep geschroefd worden. De montageplaats van de meetweerstand
dient zo gekozen te worden, dat er beslist voldoende warmte wordt
afgevoerd (chassisblik).
De meetleiding van de meetweerstand voor het navigatieapparaat
verleggen en met het juiste stopcontact van de compactstekker verbin-
den, fig. 3.
Aanwijzing:
Op de aansluiting voor het meetcontact van de achterruit-verwarming
mogen, behalve de achterruitverwarming geen andere verbruikers (bijv.
ruitenwisser) aangesloten zijn.
Wegsensoren en magneetstroken fig. 4
Veiligheidsinstructie
Het is verboden de wegsensorhouder aan dragende delen te
schroeven.
Het is verboden in dragende delen te boren.
De sensorkabel mag niet aan de remkabels of beweegbare delen
bevestigd worden.
Wielen volgens het door de garage voorgeschreven draaimoment
aandraaien (ca. 100 Nm).
De wegsensoren en de magneetstroken worden aan de niet aangedreven
wielen gemonteerd, bij voertuigen, die op 4 wielen aangedreven worden
aan de achterwielen.
Voor de montage van beide wegsensoren en de magneetstroken moet
het voertuig opgekrikt worden.
De wegsensoren aan de sensorhouder schroeven en een geschikte
montageplaats zoeken. De sensoren mogen mechanisch niet trillen en
dienen op een beschermde plaats gemonteerd te worden.
Bij de montage van de wegsensoren dienen de toegestane
afwijkingen bij de inbouw beslist in acht te worden genomen, fig. 5.
Magneetstroken monteren
Nadat een geschikte montageplaats voor de wegsensoren gevonden is,
moet de positie van de magneetstrook op de binnenkant van de velgen
vastgesteld worden. De mogelijke positie van de magneetstrook markeren
en het wiel er af nemen.
Om de wielmoeren los te draaien de wielpositie op de wielnaaf markeren.
Omdat de magneetstroken vastgekleefd moeten worden, dienen de
velgen vrij van roest, vuil, vet en water te zijn. Binnenkant van de velgen
grondig schoonmaken (remreinigingsmiddel, remmen en
koppelingsreinigingsmiddel).
Opdat de plakkers goed blijven vastzitten, dienen de velgen op
kamertemperatuur te zijn.
Na de reiniging en eventuele opwarming van de velgen, de
magneetstroken op de gemarkeerde plaatsen over de gehele omvang
parallel aan de buitenste rand van de velg plakken. Fig. 4
Aanwijzing:
De magneetstrook mag niet direct aan de velgenrand geplakt worden,
omdat de kans op beschadiging van de magneetstrook dan te groot is.
De magneetstrook niet in stukken snijden en alleen aan de
gemarkeerde punten afsnijden (maximale opening tussen begin-
en eindpunt, een veld van 25 mm).
De wielen monteren en provosorisch vastzetten. De wegsensoren
volgens de toegestane afwijkingen bij de inbouw, fig. 5 instellen en
vastschroeven.
Sensorkabel naar de binnenkant van het voertuig leiden (eventueel
voorhanden zijnde kabeldoorvoeringen gebruiken of een nieuw gat
boren) en naar het navigatieapparaat verleggen.
GPS ontvanger
Montage van de antenne
Belangrijke aanwijzing:
- De antenne mag alleen op blikke daken gemonteerd worden. Het
is niet toegestaan deze op kunststof- of aluminiumdaken te
monteren.
- Bij de dakmontage (alleen met magneetverbinding) mag de antenne
alleen aan een temperatuurbereik van -20° C tot +80° C blootgesteld
worden.
- Het is niet toegestaan de antenne op daken met leder- of
kunststofovertrekken te monteren.
- Antennekabel eventueel ter voorkoming van beschadigingen van
een beschermend omhulsel voorzien.
- De opzetplaats van de antenne moet vrij zijn van vuil, sneeuw, ijs
enz.
- De antennekabel mag niet verlengd, ingekort of geknikt worden.
De stekker mag er voor de montage niet afgehaald worden
- Wordt de antenne in de kleur van het voertuig geverfd, dan kan er
vooral bij lak met een hoog metaalaandeel een verminderde
ontvangstkwaliteit optreden. Een probleemloze werking van de
antenne na het lakken wordt niet gegarandeerd.
De antenne wordt in de rijrichting aan de rechter achterkant (kant van de
bijrijder) gemonteerd. Bij voertuigen met een normale kofferbak wordt de
antenne met de houders op de kofferbakklep gemonteerd, fig. 6.
Bij combi en fastbackvoertuigen wordt de antenne met hun magneetvoet
op het dak gezet, fig. 7.
Voor de dakmontage dienen de houders eraf geschroefd te worden,
fig. 8.
De antennekabel wordt bij combi- en fastbackvoertuigen in de
waterafvoergootjes naar onder en dan naar binnen in het voertuig
aangelegd, fig. 9.
Hindernissen op de plaats van de antenne, bijv. imperials of fietsen
kunnen de satellietontvangst benadelen of verhinderen.
De antennekabel naar de binnenkant van het voertuig leiden en de BNC-
stekker van de antenne met de antenne-ingang van de GPS-ontvanger
verbinden.
Het verdient aanbeveling, bij een reiniging van het voertuig in een
wasstraat de antenne bij een dakmontage van het voertuig af te nemen.
Montage van de GPS-ontvanger
De montageplaats van de GPS-ontvanger is van de lengte van de
antennekabel (2,5 m) en de aansluitleiding van het navigatieapparaat
(1,5 m) afhankelijk.
Voor de montage de metalen strip met gaatjes in gelijke delen snijden en
in hoeken buigen, fig. 10. Met de 4 schroeven en getande borgringen de
hoek aan de GPS-ontvanger bevestigen. GPS-ontvanger op een droge
plaats in de kofferbak schroeven. Geen schroeven gebruiken, die langer
zijn dan 7 mm, omdat anders de GPS-ontvanger kapot kan gaan.
2

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Blaupunkt TravelPilot RG 05 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Blaupunkt TravelPilot RG 05 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,55 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Andere handleiding(en) van Blaupunkt TravelPilot RG 05

Blaupunkt TravelPilot RG 05 Installatiehandleiding - Deutsch - 18 pagina's

Blaupunkt TravelPilot RG 05 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 36 pagina's

Blaupunkt TravelPilot RG 05 Installatiehandleiding - English - 18 pagina's

Blaupunkt TravelPilot RG 05 Gebruiksaanwijzing - English - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info